Cleanroom verlichting
Cleanroom verlichting is belangrijk de keuze heeft grote invloed op gezonde en prettige werkomstandigheden. Een juiste keuze vraagt om enige kennis. Opdrachtgevers stellen eisen aan de verlichting in cleanrooms en bepalen deze aan de hand van wat gebruikelijk is bij hun productieproces. In cleanrooms wordt veel gebruik gemaakt van sterktes tussen de 800 – 1200 lux op werkblad niveau.
Verlichting
De criteria die bepalen waaraan de cleanroom verlichting moet voldoen zijn verlichtingssterkte, luminatieverhoudingen, lichtrichting, spiegeling, diffuse reflectie, lichtkleur en lichttemperatuur. Goede verlichting voorkomt onder andere vermoeidheid tijdens werkzaamheden. Hinder wordt voor veelal veroorzaakt door spiegelingen en teveel of te weinig licht. Vooral in cleanrooms wil men de kans op foute voorkomen door waarnemingen of handelingen.
Berekening
Met een software module berekenen we de lichtsterkte per werkoppervlak. Het programma houdt rekening met de kleuren en reflectie waarden van wanden, plafonds, het vloeroppervlak en de hoogte van de verlichting ten opzichte van de vloer.
Standaardverlichtingssterkte
We gaan bij cleanroom verlichting uit van de lichtsterkte op het werkvlak. Volgens de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSvV) geldt een gemiddelde verlichtingssterkte die bij installatie gelijk moet zijn aan circa 2 maal de standaard verlichtingssterkte. Er is rekening gehouden met een zekere mate van ongelijkmatigheid van de verlichtingssterkte over het werkvlak.
10 lx tot 200 lx Oriëntatieverlichting.
Verlichting in ruimten die niet of slechts kortdurend als werkruimte worden gebruikt en waar de visuele taak niet moeilijk is. In het algemeen zal plaatselijk een aanvullende werkverlichting nodig zijn voor het lezen van drukwerk of taken met een vergelijkbare detailgrootte.
200 Ix tot 800 Ix Werkverlichting.
Verlichting in ruimten die geregeld als werkruimte worden gebruikt. De meeste visuele taken kunnen worden verricht in dit gebied van verlichtingssterkten. De hoge niveaus binnen dit gebied dienen te worden toegepast, waar men direct zicht heeft op een binnenruimte met een hogere verlichtingssterkte of in dieper gelegen delen van de ruimte van waar men direct zicht heeft op de hoge lichtniveaus nabij het raam. Ook combinaties van kleine details en zwakke contrasten kunnen vooral ten behoeve van ouderen er toe leiden dat een hoog verlichtingsniveau binnen deze klasse moet worden gekozen.
800 Ix tot 3000 Ix Speciale werkverlichting.
Verlichting, die als plaatselijke verlichting wordt toegepast voor speciale taken. Vooral bij het vermijden of opwekken van effecten van glans en/of schaduw, die de zichtbaarheid van de taak beïnvloeden, is het plaatselijk karakter van de verlichting gewenst
Toelichting
Verlichtingssterkten lager dan 200 lx is geschikt voor ruimten waarin slechts een gedeelte van de werktijd wordt gewerkt, gangen, trappenhuizen, opslagruimtes e.d. Hiervoor is een minimum niveau van 10 lx aangehouden dat uit oogpunt van veiligheid nodig zal zijn voor algemene oriëntatie en het zien van obstakels. Voldoende verlichting is gewaarborgd indien de verlichtingssterkte op vloerhoogte ten minste 10 lx bedraagt.
De keuze van de verlichtingssterkte is afhankelijk van:
- het lichtniveau in aangrenzende ruimten: wanneer men vanaf de werkplek zicht heeft op een ruimte met een hoog lichtniveau, dan prefereert men in de eigen werkruimte een hoger lichtniveau. Uit veiligheidsoverwegingen is het noodzakelijk dat tussen aangrenzende en met elkaar in verbinding staande ruimten, de verlichtingssterkten niet meer dan een factor 20 verschillen.
- indien vensters aanwezig zijn heeft een hoger lichtniveau (met name verder van het venster af) de voorkeur. Dit om het verschil in lichtniveau enigszins te verkleinen, en om bij het opkijken naar het heldere venster de aanpassingsproblemen te verminderen;
- kleine details, zwakke contrasten en hogere leeftijd van de medewerker vragen om een verhoogd lichtniveau;
Luminantieverhoudingen
Wanneer de verhouding van luminanties van vlakken die gelijk of achtereenvolgens in het gezichtsveld voorkomen groot is, kunnen problemen ontstaan t.a.v. adaptie (aanpassingen van het netvlies aan meer of minder licht). Dit kan leiden tot hinder en concentratieverlies.
Een vuistregel ten aanzien van luminantieverhoudingen is:
- tussen de visuele taak (vb. ‘cleanroom’ papier) en de onmiddellijke omgeving (vb. het werkblad) dient de luminantieverhouding bij voorkeur niet meer dan 3 te bedragen.
- tussen de visuele taak en de periferie (vlakken in de rest van de ruimte) dient de luminantieverhouding bij voorkeur niet meer dan 10 te bedragen.
Bij de keuze van led-verlichting spelen lichtkleur en kleurweergave een rol.
a. Lichtkleur: Voor de kleur wordt de term kleurtemperatuur gebruikt (T; eenheid: Kelvin, K). De kleur van de lichtbron wordt geassocieerd met warmte. Lampen met een lage kleurtemperatuur wordt een warme lichtkleur toegeschreven, lampen met een hoge kleurtemperatuur een koele lichtkleur.
warm T < 3300 K
neutraal 3300 K < T < 5300 K
koel T > 5300 K
b. Kleurweergave-index (Ra): Is de mate waarin kleuren van oppervlakken die verlicht worden door een bepaalde lichtbron nauwkeurig worden weergegeven. De kleurweergave-index is gebaseerd op de nauwkeurigheid waarmee een set testkleuren gereproduceerd wordt door een lichtbron en de waarop dit gebeurt bij een standaard lichtbron. Bij overeenkomst is Ra=100. Hoe hoger de index hoe betrouwbaarder de kleurwaarneming.
In cleanrooms gebruiken we veelal 6500 K
warme kleuren
2700 K
2700 K
2700 K
2950 K
3000 K
3000 K
witte kleuren
4200 K
4000 K
3800 K
koele kleuren
6200 K
7000 K
5000 K
begrippen
Verlichtingssterkte (E; eenheid lm/m2, lux, lx):
De hoeveelheid opvallend licht, uitgedrukt per oppervlakte eenheid (m2).
De verlichtingssterkte wordt uitgedrukt in lux (lx).
Lichtstroom (Ø eenheid lumen, lm):
De hoeveelheid licht die per tijdseenheid door een lichtbron uitgezonden wordt of door een vlak wordt opgevangen. 1 lx is 1lm/m2.
Standaardverlichtingssterkte (Es; eenheid:lx):
De verlichtingssterkte, die tijdens de uitvoering van de taak tenminste aanwezig dient te zijn op de voor de uitvoering van die taak relevante deel van het werkvlak.
Lichtsterkte (I, eenheid candela, cd): Lichtsterkte in een bepaalde richting geeft de hoeveelheid licht weer die de lichtbron of een verlicht vlak in een bepaalde richting uitzendt.
Luminantie (L; eenheid cd/m2): De uitstraling van licht door voorwerpen.
Luminantieverhouding: De verhouding van twee luminanties in het gezichtsveld.
Contrast (luminantiecontrast): De verhouding van de luminanties van het waar te nemen detail en zijn achtergrond in de visuele taak.
Diffuse reflectie: Van diffuse reflectie is sprake wanneer het opvallende licht in vele richtingen wordt verstrooid.
Reflectiefactor: De verhouding van de lichtstroom die door het oppervlak wordt gereflecteerd en de opvallende lichtstroom.
Kleurweergave: Een algemene uitdrukking voor de weergave van oppervlaktekleuren wanneer deze belicht worden met licht van een bepaalde lichtbron. “Een goede kleurweergave” houdt in dat de weergave van de kleuren overeenkomt met die onder een acceptabele lichtbron, zoals daglicht.
<de led strips komen van Signify of Osram>